De onderwerpen uit de bètavakken zijn fascinerend en uitdagend, maar soms ook wel lastig om te begrijpen en te leren. Niet iedereen hoeft een 'bèta-minnend' persoon te worden, maar algemeen wordt toch wel op het belang gewezen van een goede voorbereiding op het burgerschap, waarin nu eenmaal bèta-aspecten een rol spelen. Niet alles op het gebied van 'bèta-burgerschap' past in de reguliere lessen van het onderwijs. Soms is het zelfs zo dat een museum, een website, een werkplaats of andere leer- en ontdek-omgeving veel meer kansen biedt.
Sommige docenten voelen na enige jaren lesgeven (of intrinsiek altijd al) de behoefte om de kennis en vaardigheden die ze niet goed geïntegreerd krijgen in hun reguliere lessen op andere plekken aan te bieden. Wetenschapsmusea bieden hiervoor een uitstekend podium, maar ook maak-ateliers, culturele podia, websites en tijdschriften die net een andere insteek kiezen dan het reguliere curriculum.
Juist het niet werken volgens een vast curriculum geeft veel kansen om jonge mensen anders aan te spreken, iets aanvullends te bieden, en dat kan ook in de carrière van een bèta-docent een welkome stap of aanvulling zijn.
Ook bij dit profiel geldt weer (net als de diverse andere carrière-profielen):
recente onderwijservaring in het juiste vak en schooltype
een flinke dosis creativiteit en talent voor het ontwerpen van materiaal (teksten, beeld, concrete materialen)
goede (schriftelijke en visuele) uitdrukkingsvaardigheid
In feite staan bij het lijstje eisen hierboven al belangrijke competenties omschreven. In Nederland zien we op diverse lerarenopleidingen dat naast de opleiding tot docent ook de opleiding tot medewerker wetenschaps-educatie en -communicatie wordt geboden. Soms twijfelen studenten sterk aan de keuze om voor de klas te gaan staan, dan kan het ook een goede stap zijn in deze hoek te kijken of het aansluit op je interesse en mogelijkheden.
Een plek om meer te lezen over het werk van science-centers en wetenschapsmusea is de VSC-website